Eens in de zoveel tijd speelt de discussie weer op of en hoe personeel in de horecasector moet worden beschermd tegen te hard geluid. Onze oren zijn namelijk niet goed bestand tegen hard geluid. En al zeker niet als we daar lang aan worden blootgesteld. Onlangs kondigde de Arbeidinspectie controles aan in discotheken. Personeel moet worden geïnformeerd over de gevolgen van het werken in te hoge geluidniveaus en moet, bijvoorbeeld in discotheken, gehoorbescherming dragen. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk. Uit eerder onderzoek van de inspectie bleek dat slechts een klein deel van discotheken structureel aandacht schenkt aan arbeidsomstandigheden. De ChristenUnie greep deze gelegenheid aan om weer eens een fraai staaltje overheidsbetutteling te introduceren: er moet een maximum komen aan het geluidniveau in uitgaansgelegenheden. Voor het gemak werd een mooi rond getal van 100 decibel geopperd. Daarbij gaat het de ChristenUnie niet alleen om het personeel, maar ook om bezoekers van horecagelegenheden die tegen zichzelf in bescherming moeten worden genomen.
Natuurlijk moeten we zuinig zijn op onze oren en zeker op die van jonge mensen. Opgelopen schade is immers onherstelbaar. Al die mensen met gehoorproblemen zijn bovendien een grote schadepost voor onze samenleving. Het project “go>out plug>in” is een goed voorbeeld hoe jongeren gestimuleerd worden om oordopjes te dragen als ze uitgaan. Maar het opleggen van weer meer regels? Onzinnig! De genoemde 100 dB(A) zal voor de meeste discotheken nog best een acceptabel geluidniveau zijn. Maar voor bijvoorbeeld live optredens is dit echt niet genoeg. Menig band zou van het podium worden weggehoond, als ze niet al zelf weggelopen zijn. Horecagelegenheden kunnen niet over een kam worden geschoren. En wat als je net honderdduizenden euro’s hebt geïnvesteerd om 105 dB(A) of meer te kunnen produceren? Dat wordt dus weer hopeloos ingewikkeld! En wie gaat dat allemaal handhaven?
Daarbij, waar is onze eigen verantwoordelijkheid hierin? Zo weet iedereen dat te veel eten niet gezond is. Onze almaar dikker wordende medemens is met al zijn gezondheidsklachten straks niet meer te betalen. Daarom stel ik voor dat een menu met meer dan drie gangen bij wet wordt verboden. Uiteraard zal hier een maximum aan calorieën per gang aan verbonden zijn. Bovendien moet boven elk menu iets komen te staan als: “Eten schaadt de gezondheid” of “Eten is dodelijk”. Ook de schamele verlichting in veel horecazaken baart zorgen. De Wet op de Arbeidsomstandigheden schrijft voor dat een werkplek goed verlicht moet zijn (minimaal 500 lux). Ik stel dus verplichte TL-verlichting voor boven elke bar. Evenals boven de tafeltjes trouwens, want het personeel werkt overal in de zaak. Je kunt ook niet meer van personeel verwachten dat ze alle bestellingen over een te hoge bar heen tillen of helemaal naar uw tafeltje torsen. Komt u het zelf even halen, dan kunt u het vervolgens heerlijk oppeuzelen aan uw goed verlichte, in-hoogte-verstelbare-tafeltje. Met armleuning. Op een skippybal.
Elk kwartaal schrijft akoestisch adviseur
Lennard Duijvestijn een column voor
het horeca vakblad HorecaVizier
(gepubliceerd in juni 2009)