Laat ik beginnen u gerust te stellen: het gaat niet weer over politiek. Voorspellingen over hoe lang dit kabinet zal aanblijven zal ik voor me houden. Nee, ik wil het graag even hebben over de 'nagalmtijd'. Zoals de term al doet vermoeden betreft het de tijd dat iets nagalmt. Oké, iets preciezer dan: de nagalmtijd is de tijd, uitgedrukt in seconden, die nodig is voordat het geluidniveau in een ruimte, na het onderbreken van een geluiddbron, met 60 dB terugvalt ten opzichte van het oorspronkelijke niveau. De nagalmtijd is belangrijk voor de ruimteakoestiek, oftewel hoe het klinkt in een ruimte. De hoeveelheid galm in een ruimte wordt bepaald door een groot aantal factoren zoals de vorm, het volume, de afwerking van plafonds, vloeren, wanden, de inrichting et cetera. Elke ruimte heeft zijn eigen optimale nagalmtijd. Een concertzaal voor klassieke muziek heeft bijvoorbeeld een relatief lange nagalmtijd van circa 1,6 tot 2,2 seconden, terwijl binnen een popodium circa 0,6 seconden wenselijk is.

De nagalmtijd is niet alleen belangrijk om muziek mooi te laten klinken, maar ook om prettig te kunnen wonen of werken. Het beïnvloed bijvoorbeeld hoe goed je elkaar kunt verstaan. Geconcentreerd werken in een ruimte met teveel galm is uitermate vermoeiend, leidt tot concentratieproblemen en kan zelfs ernstige gezondheidsklachten tot gevolg hebben. Je zou de dus denken dat daar regels voor zijn en dat iedereen zijn best doet voor een goede akoestiek. Uit de vele 'probleemgevallen' die zich bij ons bureau aandienen blijkt echter het tegendeel.

Zo was ik laatst op een squashbaan alwaar uit mijn metingen een nagalmtijd van meer dan vijf seconden bleek! Wie serveert, die wint, moet daar het credo geweest zijn. Reeds bij de opslag hoor je zoveel reflecties dat de tegenspeler geheel gedesoriënteerd op zoek gaat naar het balletje. Maar ook in lesruimten op scholen, in gymzalen, op kinderdagverblijven en noem het maar op, moeten mensen werken en leren in een kakofonie van kindergeluiden. Waarom is die akoestiek toch vaak zo slecht? Een gebrek aan kennis of geld. Of beide. En het moet gezegd: ook in menig horecabedrijf is de akoestiek allerbelabberdst. Een goed bedoeld gesprek in een modern restaurant, blijkt een vermoeiende exercitie met een schorre stem als dessert.

Zoals de trouwe lezer weet, zijn wij onlangs verhuisd naar een kantoor in Haarlem. Het is een fraaie, grote open ruimte in een monumentaal fabriekspand. U voelt 'm al aankomen: de akoestiek laat te wensen over. Om het principe 'bij de schilder thuis bladdert de verf' te voorkomen, hebben we absorberende materialen verwerkt in het interieur en nog zo wat voorzieningen getroffen. Met een nagalmtijd van zo'n 1,2 seconden, zo bleek uit eigen metingen, zijn we er alleen nog niet. Maar het geld is even op. Dus als u nou wat meer onderzoek laat doen naar de akoestiek binnen uw bedrijf, dan kunnen wij weer wat investeren in geluidabsorberende materialen voor ons kantoor. Onze openingsborrel zal in ieder geval nog lang naklinken…

Elk kwartaal schrijft akoestisch adviseur
Lennard Duijvestijn een column voor
het horeca vakblad HorecaVizier
(gepubliceerd in november 2010)
columns