Ik zal het maar meteen zeggen: Ik heb geen verstand van voetbal. Ik heb er ook niets tegen hoor maar afgezien van EK- en WK-wedstrijden waar ‘wij’ in meespelen kijk ik er niet naar. Het geluid bij voetbal daarentegen vind ik wel boeiend. Het massale gejuich dat als een bulderende zee door het stadion dendert, de onverstaanbare volksliederen (waarom zingen onze spelers eigenlijk niet gewoon uit volle borst mee zoals spelers van andere landen, vraag ik mij altijd af. Je bent toch bij voorbaat kansloos als je niet als één team vol trots de toon zet?), het gemopper van de coaches aan de zijlijn en dan natuurlijk die fluit. Die fluit die de gemoedstoestand van de scheidsrechter reflecteert. Een beheerst zacht prrrrtje als hij vriendelijk de aandacht vraagt, een snerpende snauw als hij de grip op de wedstrijd verliest.

Een nieuw akoestisch voetbalfenomeen stak de kop op toen wij geconfronteerd werden met de zogenaamde vuvuzela. De wat? Ja, de vuvuzela. Het geluid afkomstig uit dit Afrikaanse instrument doet niet vermoeden dat het (althans in het stadion) om een nogal lullig uitziende plastic toeter gaat. Het vervelende van het apparaat is dat er nogal veel geluid uit komt. Sommigen bronnen beweren 130 dB(A). Het goede is dat bijna niemand er goed op kan blazen, waardoor die 130 bijna nooit behaald wordt. Daar moet ik wel bij zeggen dat Afrikanen er uiteraard wel een fatsoenlijk geluid uit blazen. Bij de voorbereidingswedstrijden voor het WK in Zuid-Afrika werd steen en been geklaagd over het geluid van de vuvuzela. Niemand kon elkaar nog verstaan, de kijkers thuis hadden moeite de commentator te volgen en de FIFA overwoog zelfs een stadionverbod voor het ding.

Ik heb laatst de twijfelachtige eer gehad om in een tv-programma op te treden, waarin ik een geluidmeter moest houden nabij een vuvuzela. De presentator probeerde er een fraai geluid uit te krijgen en na enige oefening lukte dat aardig. Op circa een meter afstand kwam mijn geluidmeter niet boven de 100 dB(A). Niet heel zacht, maar zeker ook niet indrukwekkend hard. Nu moet ik een klein beetje theoretische kennis met u delen. Een verdubbeling van geluid, geeft een verhoging van 3 dB(A). Oftewel: twee toeters van 100 dB(A) produceren samen 103 dB(A). Om weer een verdubbeling te maken zijn er ook weer twee keer zoveel toeters nodig (4 toeters is dus 106 dB(A)). Stel dus dat de helft van de toeschouwers in het stadion, zeg 25.000 mensen, tegelijk op de vuvuzela staan te blazen, dan produceren zij gezamenlijk bijna 145 dB(A). Gelukkig zijn de toeters verspreid over een groot oppervlak, dus zal het niveau wel wat meevallen, maar let wel, de pijngrens van ons gehoor ligt (bij de meeste mensen) bij de 120 dB(A)! Bij dergelijke geluidniveaus kan acute gehoorschade optreden. Dus mocht u met veel moeite en voor nog meer geld kaartjes bemachtigd hebben, u kunt ze wellicht nog verkopen.

Het meest interessante geluid bij voetbal is het geluid dat je niet hoort, namelijk, wat er gezegd wordt tussen de scheidsrechter en de spelers. Jaren geleden mochten wij hier een keertje ongecensureerd naar luisteren toen scheidsrechter Frans Derks (van 1956 tot 1978 actief als scheidsrechter in het betaald voetbal) stiekem een microfoontje droeg tijdens een wedstrijd. De eigenzinnige scheids in z’n strakke Frans Molenaarbroekje nam geen blad voor de mond en liet zien hoe je de jongens een topwedstrijd laat spelen door het spel te regisseren en niet kapot te fluiten. Dat geluid zullen we in Zuid-Afrika helaas niet horen…

Elk kwartaal schrijft akoestisch adviseur
Lennard Duijvestijn een column voor
het horeca vakblad HorecaVizier
(gepubliceerd in april 2010)